Als een belastingadviseur een internationale aandelenfusie en verhanging organiseert en begeleidt, zal hij in principe goed de fiscale risico’s moeten onderzoeken. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden had belastingadvieskantoor Baker Tilly B.V. dat onvoldoende gedaan. Dit kantoor is daarom aansprakelijk voor door zijn cliënt geleden fiscale schade.
In deze zaak was een man directeur en enig aandeelhouder van zowel een Slowaaks lichaam, een SRO, als een Nederlandse beheervennootschap. De SRO had diverse dochtervennootschappen in Slowakije. De Nederlandse beheervennootschap had zowel Nederlandse als Duitse dochtervennootschappen. De SRO vroeg Baker Tilly B.V. om advies bij een herstructurering. De dga wilde namelijk zijn aandelen in de beheer-bv overdragen aan de SRO in ruil voor nieuw uit te geven aandelen. Na deze aandelenfusie zou de man de helft van zijn aandelen in de SRO schenken aan zijn zoon. De aandelenfusie leidde echter tot heffing van Duitse belasting. Een van de Duitse dochtervennootschappen van de beheer-bv was namelijk een vastgoedlichaam. De SRO stelt Baker Tilly B.V. aansprakelijk voor de fiscale schade.
Onvoldoende afbakening opdracht
Het hof stelt ten eerste vast dat het belastingadviesbureau geen duidelijke schriftelijke opdrachtbevestiging heeft gezonden naar zijn opdrachtgever. Baker Tilly B.V. heeft wel uitdrukkelijk verantwoordelijkheid uitgesloten voor fiscale aspecten in Slowakije en Oostenrijk. Maar voor Duitsland is deze uitsluiting nooit gegeven. De SRO hoefde dit dan ook niet te verwachten. Verder constateert het hof dat het organiseren en begeleiden van de aandelenfusie en de verhanging bij Baker Tilly B.V. lag.
Zelfstandig uitzoeken
Het belastingadviesbureau had bovendien tijdens het adviseringstraject getoond zich bewust te zijn van mogelijke problemen bij de Duitse dochtervennootschappen. Tenminste, daar waar het ging om de schenkbelasting en verdamping van verrekenbare verliezen. Baker Tilly leek zich niet te realiseren dat een Duits vastgoedlichaam was betrokken bij de herstructurering. Maar het hof meent dat het belastingadviesbureau dat zelfstandig had moeten uitzoeken. Dat hoort bij de taken van de organisator en begeleider van een internationale herstructurering. Het hof oordeelt daarom dat het belastingadviesbureau inderdaad haar cliënt geleden schade moet vergoeden.
Geef een reactie