De berekening van de belastingrente stoelt niet op de compensatiegedachte. Daardoor kan de inspecteur zelfs belastingrente in rekening brengen zonder rentenadeel te hebben geleden. Dit blijkt uit een recente uitspraak van Hof Den Haag.
Een man had in zijn aangifte inkomstenbelasting 2016 een negatief inkomen uit eigen woning opgegeven. De Belastingdienst verleende hem daardoor op 17 juni 2017 een voorlopige teruggaaf. Doordat de man had nagelaten om zijn rekeningnummer door te geven, kreeg hij deze teruggaaf nooit uitbetaald. Begin mei 2018 liet de inspecteur de man weten dat hij had opgemerkt dat het negatieve inkomen uit eigen woning al bij zijn fiscale partner in aanmerking was genomen. De fiscus corrigeerde daarom de aangifte van de man. Het gevolg was dat de man belasting moest bijbetalen. Bovendien bracht de Belastingdienst de man belastingrente in rekening over de periode van 1 juli 2017 tot en met 10 augustus 2018. De man ging daarop in beroep tegen de in rekening gebrachte belastingrente.
Wettelijke berekening
Als de Belastingdienst een belastingplichtige minstens zes maanden na het belastingtijdvak een navorderingsaanslag oplegt, mag de inspecteur belastingrente berekenen. In principe begint het tijdvak waarover de fiscus belastingrente mag berekenen zes maanden na het belastingtijdvak. Het rentetijdvak eindigt een dag voordat de Belastingdienst de navorderingsaanslag oplegt. Het hof constateert dat de inspecteur de belastingrente conform deze regels heeft opgelegd.
Verzuimrenteregeling
De vraag is vervolgens of het ontbreken bij een rentenadeel bij de fiscus de berekening van belastingrente in de weg staat. Het hof merkt op dat de heffing van belastingrente niet is gegrond op de compensatiegedachte, maar op de verzuimrenteregeling. Deze regeling gaat ervan uit dat een bestuursorgaan belastingrente in rekening brengt als de burger niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voldoet. Deze situatie doet zich in deze zaak voor. Doordat de man heeft verzuimd een juiste aangifte in te dienen, heeft hij niet op tijd zijn belastingschuld voldaan. De man had de fout evenmin vermeld. Hij was namelijk ervan uitgegaan dat de fiscus de fout bij het opleggen van de definitieve aanslag zou corrigeren. Het hof oordeelt dat de Belastingdienst de aangifte van de man niet nader hoefde te onderzoeken. De inspecteur heeft evenmin onzorgvuldig gehandeld. Hij heeft de man terecht belastingsrente in rekening gebracht.
Geef een reactie