Een informatiebeschikking zonder de formulering van een restrictie in gebruik voor sanctiedoeleinden is niet per definitie te vernietigen.
De Belastingdienst liet op 5 december 2016 een man weten te beschikken over informatie waaruit bleek dat de man en/of zijn partner (ooit) een buitenlandse betaalkaart hadden. Vervolgens ontving de man het verzoek om de ‘Verklaring vermogen in het buitenland’ met de bijbehorende bijlagen vóór 27 december 2016 terug te sturen. Hij vroeg met succes meerdere malen om uitstel voor het verstrekken van de verzochte informatie. Uiteindelijk moest hij de gevraagde informatie op 31 maart 2017 leveren. Twee dagen voor deze deadline gaf hij aan niet te willen voldoen aan het verzoek. Na de man te hebben gewaarschuwd voor de consequenties van zijn weigering, legde de inspecteur hem op 6 oktober 2017 een informatiebeschikking op. De man ging in beroep tegen deze informatiebeschikking.
Informatie waaruit onjuiste aangifte blijkt
Hof Arnhem-Leeuwarden redeneert als volgt. Belastingplichtigen zijn verplicht om de fiscus te voorzien van alle gegevens en inlichtingen die van belang zijn voor hun eigen belastingheffing. Nu is het mogelijk dat een belastingplichtige op die grond informatie verstrekt waaruit blijkt dat hij een onjuiste aangifte heeft ingediend. Daardoor kan bij de Belastingdienst het vermoeden ontstaan dat de belastingplichtige een beboetbaar of strafbaar feit heeft begaan. Betekent dit dat de belastingplichtige zich kan beroepen op het beginsel dat hij niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling (nemo tenetur-beginsel)? Nee, zo bleek al uit vaste rechtspraak.
Wilsafhankelijk bewijsmateriaal
De volgende vraag is of het nemo tenetur-beginsel wel verhindert dat de fiscus via de wettelijke informatieplicht verkregen informatie gebruikt om te bewijzen dat de belastingplichtige een strafbaar feit heeft begaan. Dat is volgens het hof het geval als de desbetreffende informatie is aan te merken als wilsafhankelijk bewijsmateriaal. Het hof wijst op de informatiebeschikking waarbij de inspecteur vaststelt dat de betrokkene niet of niet volledig heeft voldaan aan zijn informatieverplichtingen. Zo’n beschikking moet een belanghebbende duidelijkheid geven over zijn bewijspositie. Deze beschikking vormt geen maatregel waarmee de fiscus de verstrekking van die informatie afdwingt. Daardoor hoeft de inspecteur bij zijn informatiebeschikking niet direct een restrictie te formuleren met betrekking tot het gebruik van wilsafhankelijke informatie voor sanctiedoeleinden. Wel zal de rechter, die de sanctie behandelt, moeten oordelen wat de gevolgen zijn van het gebruik van de desbetreffende informatie.
Geef een reactie