Stel dat een geschil met de Belastingdienst wel in de bezwaarfase eindigt, maar langer dan twee jaar duurt. Ook dan heeft de belanghebbende recht op een vergoeding van geleden immateriële schade.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft uitspraak moeten doen in een zaak over de immateriële schadevergoeding bij overschrijding van de redelijke termijn. De onderliggende hoofdzaak, een bezwaar tegen zes navorderingsaanslagen, is in de bezwaarfase al afgedaan. Daarbij stelt de rechtbank het volgende. De rechtspraak van de Hoge Raad over immateriële schadevergoedingen betreft overschrijdingen van de redelijke termijn in de beroepsprocedure. In deze zaak is de hoofdzaak niet voor de rechter is gekomen. Maar deze omstandigheid sluit volgens de rechtbank de toekenning van een immateriële schadevergoeding niet uit. De rechtbank constateert dat ten aanzien van twee navorderingsaanslagen de procedure langer dan twee jaren heeft geduurd. Deze procedures zijn pas geëindigd op het moment waarop uitspraak op bezwaar is gedaan. Dit blijkt uit een compromisvoorstel dat de fiscus heeft voorgelegd. Dit voorstel is overigens niet aangenomen. De rechtbank veroordeelt de Belastingdienst tot het betalen van een immateriële schadevergoeding van € 500 per persoon.
Wet: art. 8:88 Awb en art. 28 AWR
Geef een reactie