De inspecteur hoort de noodzaak om een informatiebeschikking op te leggen beter te motiveren dan alleen met de stelling dat hij de belastingplichtige niet gelooft.
Een man hield alle aandelen in een holding, die samen met een werkmaatschappij een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting vormde. De werkmaatschappij hield zich hoofdzakelijk bezig met verkopen en leggen van parketvloeren en de fabricage en montage van keukens (inclusief apparatuur). Daarnaast leverde deze vennootschap ook op maat gemaakte meubels en interieurbetimmering. In maart 2016 kwam bij de Belastingdienst een melding binnen. Volgens deze melding zou het bedrijf keukens verkopen met de optie om een deel zwart te betalen. Op 4 november 2016 kondigde de Belastingdienst aan bij de FE een boekenonderzoek te houden. Terwijl dit onderzoek nog liep, vroeg de fiscus ook informatie aan de dga. De inspecteur vroeg vooral naar mogelijk verzwegen winstuitdelingen. Ook wilde hij van diverse privébetalingen weten wat de herkomst van de middelen was. De dga gaf antwoord op deze vragen, maar de Belastingdienst was niet tevreden.
Geloofwaardige verklaringen
De man krijgt daarom een informatiebeschikking opgelegd, waartegen hij in bezwaar en beroep gaat. Hij stelt dat hij voldoende verklaringen heeft afgegeven. Zo heeft hij uitgelegd dat hij zijn bestedingen voor een deel kon betalen dankzij schenkingen van zijn schoonvader aan zijn echtgenote. Deze schenkingen bedroegen ongeveer € 4.000 per jaar en dienden als compensatie voor het feit dat de broers van de echtgenote in het verleden meer kregen dan zij. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt deze verklaring geloofwaardig. De inspecteur brengt hier niets anders tegen in dan zijn stelling dat hij die verklaring niet gelooft. Hetzelfde geldt voor de verklaring van de man en de verkoper over de verkoopprijs van een camper. De fiscus vindt deze prijs onwaarschijnlijk laag, maar geeft geen verdere motivering. Verder komt uit de derdenonderzoeken geen informatie die de beschuldiging van belastingfraude bevestigt. De rechtbank vernietigt daarom de informatiebeschikking.
Geef een reactie