De fiscus mag in een exploot van bekendmaking van een dwangbevel aankondigen bij te late betaling betekeningskosten in rekening te brengen.
Op 28 november 2018 vaardigde de ontvanger van de belastingen acht dwangbevelen ter versnelde invordering uit tegen een vennoot van een vof. De versnelde invordering had betrekking op navorderingsaanslagen IB/PVV van in totaal € 1.772.758. Op het dwangbevel stond vermeld ‘Tot nu toe verschuldigde kosten van vervolging: € 0,00’. De belastingdeurwaarder had bij exploot deze dwangbevelen op 28 november 2018 om 09.45 uur betekend. In het exploot van de belastingdeurwaarder was opgenomen dat de betekeningskosten € 12.197 beliepen. Verder bevatte het exploot de vermelding ‘Als u de schuld binnen 2 dagen betaalt dan bent u de betekeningskosten niet verschuldigd’. De vennoot betwist dat de kosten rechtsgeldig in rekening zijn gebracht.
Ontvanger mag betekeningskosten aankondigen
De Hoge Raad constateert dat de opgelegde navorderingsaanslagen terstond en tot het volle bedrag invorderbaar zijn verklaard. Ook zijn direct dwangbevelen uitgevaardigd. In zo’n situatie is het uitgangspunt dat de fiscus geen kosten van invordering in rekening mag brengen zonder dat de belastingschuldige in de gelegenheid is geweest om van zijn belastingschuld kennis te nemen en deze te voldoen. Toch mag de ontvanger al bij de betekening van een dwangbevel aan de belastingschuldige kenbaar maken dat hij betekeningskosten moet betalen als hij niet tijdig zijn belastingschuld betaalt. Daarbij mag de ontvanger zelfs de hoogte van de kosten noemen.
Vermelding in exploot
Volgens de vennoot zijn de kosten van het dwangbevel alleen rechtsgeldig in rekening te brengen door vermelding van die kosten in het dwangbevel zelf. Maar de Hoge Raad verwerpt dit standpunt. De kosten zijn vermeld in het exploot van bekendmaking van een dwangbevel. Daarmee zijn die kosten rechtsgeldig in rekening zijn gebracht. De Hoge Raad merkt vervolgens nog het volgende op. Het niet vermelden van de kosten op het dwangbevel heeft tot gevolg dat een executoriale titel voor de invordering van die kosten ontbreekt. De ontvanger moet dan de (dwang)invordering van de in rekening gebrachte kosten separaat ter hand nemen.
Wet: art. 4:122 en 4:123 Awb, art. 10 en 15 Iw 1990 en art. 7, lid 1 Kw Inv. Rb
Bron: Hoge Raad 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1510, 20/03338
Geef een reactie