De rechter mag niet zomaar overgaan tot de inkorting van de termijn om een motiveringsgebrek te herstellen.
Een gemachtigde heeft nagelaten een ingediend beroepschrift te voorzien van gronden. Het beroepschrift vermeldt wel zijn huidige kantoor. De rechtbank stuurt op 15 september 2021 een brief naar het oude kantoor van de gemachtigde. In deze brief krijgt de gemachtigde vier weken de tijd om het motiveringsgebrek in het beroepschrift te herstellen. Op 18 oktober 2021 geeft de rechtbank de gemachtigde per aangetekende brief een week de tijd om te motiveren waarom hij de verzuimen nog niet heeft hersteld. De gemachtigde antwoordt op 19 oktober 2021 dat hij de eerdere brief van de rechtbank als gevolg door de onjuiste adressering pas op 21 september 2021 heeft ontvangen. Bovendien verzoekt hij om een week uitstel voor het herstellen van het motiveringsgebrek. Maar de rechtbank stelt dat de gemachtigde nog genoeg tijd heeft gehad om het motiveringsgebrek te herstellen. De rechtbank verklaart het beroepschrift daarom niet-ontvankelijk zonder een zitting te houden.
Ernstige gevolgen van inkorting hersteltermijn
De cliënt van de gemachtigde gaat vervolgens in cassatie. De Hoge Raad overweegt dat het inkorten van een termijn voor het herstellen van een verzuim ernstige gevolgen heeft. Verstuurt de rechter de brief, waarin hij de hersteltermijn opgeeft, naar een onjuist adres zonder dat dit de schuld is van de belanghebbende? Dan is het volgens de Hoge Raad niet aanvaardbaar dat een verkorting van de hersteltermijn plaatsvindt. In plaats daarvan moet de hersteltermijn pas beginnen op de dag van verzending van de brief naar het juiste adres. Als de gemachtigde op een eerder moment (een afschrift van) de brief met de hersteltermijn te zien krijgt, begint de hersteltermijn vanaf dat moment te lopen. Omdat de duur van de termijn die de rechter heeft gesteld bepaald is, is niet relevant of de belanghebbende voldoende tijd heeft gekregen om te verzoeken om een verlenging van de hersteltermijn.
Bron: Hoge Raad 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1625, 22/04806
Geef een reactie