Wil de inspecteur zeker stellen dat de vernietiging van aanslagen en beschikkingen door de rechtbank in hoger beroep bij het hof wordt heroverwogen? Dan moet hij tijdig principaal hoger beroep instellen en niet het hoger beroep van de belastingplichtige afwachten.
Een Belgische nv ontving naheffingsaanslagen accijns en voorraadheffing aardolieproducten en een boete. Na daartegen gemaakt bezwaar handhaafde de inspecteur de naheffingsaanslagen en boete. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep tegen de uitspraak op bezwaar (deels) gegrond. Aanvankelijk ontving de inspecteur een brief dat de nv in hoger beroep was gegaan. Op 31 januari 2019 ontving de inspecteur van het hof echter een brief dat het hof abusievelijk had gemeld dat de nv hoger beroep had ingesteld. Daarom diende de inspecteur alsnog een hoger beroepschrift in met dagtekening 5 februari 2019 tegen de uitspraak van de rechtbank van 12 december 2018.
‘Stilzitten’ inspecteur afgestraft
In geschil bij Hof Den Bosch is of de inspecteur ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Het door de inspecteur ingestelde hoger beroep is buiten de termijn ingediend. De inspecteur had op basis van de melding van het hof besloten geen hoger beroep in te stellen en de gronden van het hoger beroep van de nv af te wachten. Met dit stilzitten heeft de inspecteur volgens het hof echter de kans aanvaard dat de nv geen hoger beroep zou indienen. De inspecteur is een professionele procespartij. De inspecteur behoort dan ook te weten dat door het niet tijdig motiveren van het hoger beroep of intrekking van het hoger beroep door de nv, het incidenteel hoger beroep van de inspecteur ook niet-ontvankelijk is.
Inspecteur moet zelf hoger beroep instellen
Door niet zelf principaal hoger beroep in te stellen heeft de inspecteur volgens het hof bewust de kans aanvaard dat hij ook geen incidenteel hoger beroep meer kan instellen. Dat het hof de inspecteur onjuist heeft geïnformeerd is spijtig te noemen. Ook als het hof de inspecteur wel juist zou hebben geïnformeerd bestond door het stilzitten van de inspecteur de kans dat hij niet meer zou kunnen komen tot het indienen van een incidenteel hoger beroep. Als de inspecteur zeker wil stellen dat de vernietiging van de naheffingsaanslagen en beschikkingen door de rechtbank in hoger beroep wordt heroverwogen, dan moet hij tijdig principaal hoger beroep instellen. Alleen dan kan hij zijn rechten zeker stellen. Het hof verklaart de inspecteur niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Wet: art. 6:7, 6:8, 6:11, 6:24, 8:110 en 8:111 AWB
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 juli 2020 (gepubliceerd 14 augustus 2020), ECLI:NL:GHSHE:2020:2218, nr. 19/00083
Geef een reactie