Als een bezwaar- en beroepsprocedure te lang duurt, heeft de belanghebbende recht op een immateriële schadevergoeding. Maar alleen als hij daarom verzoekt.
Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2021/1020) had in een BPM-zaak geen vergoeding van immateriële schade toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn. De reden was dat de belanghebbende, een bv, daar bij het hof niet om had verzocht. In cassatie laat de Hoge Raad dit oordeel in stand. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding is een verzoek vereist. Artikel 47 van het Handvest en artikel 6 EVRM verzetten zich daar niet tegen. Het voorschrift dat men moet verzoeken om schadevergoeding geldt zonder onderscheid voor procedures waarin het gaat om aanspraken ontleend aan het nationale recht en het Unierecht. Deze voorwaarde maakt het effectueren van het recht op schadevergoeding niet uiterst moeilijk of praktisch onmogelijk. Deze voorwaarde is dan ook niet in strijd met de Unierechtelijke beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid.
Verdrag: art. 6 EVRM
Handvest: art. 47 Handvest van de grondrechten van de EU
Wet: art. 8:88 Awb
Bron: Hoge Raad 16 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1225, 21/01517
Geef een reactie