Als de Belastingdienst de IB-aangifte van een medewerker van de fiscus niet laat controleren door het VIP-team van een ander kantoor, kan dat onzorgvuldig zijn.
Een vrouw werkte als rechercheur voor de FIOD en was daarnaast één van de twee vennoten van een vof die een hengstenhouderij en stoeterij dreef. De vrouw had in 2013 een auto-ongeluk gehad terwijl zij een auto van de vof bestuurde. Maar zij had geen bijtelling voor het privégebruik van de auto opgegeven. In 2017 vond een boekenonderzoek plaats waarbij de fiscus onder meer de IB-aangiften van de vrouw over de jaren 2012 tot en met 2016 onderzocht. De vrouw verzocht toen om verwijzing van de controle naar een ander kantoor dan waarvoor zij werkte. Zij wilde dat het andere kantoor de aangifte zou behandelen als VIP-post. De Belastingdienst willigde dit verzoek niet in. Naar aanleiding van het boekenonderzoek kreeg de FIOD-medewerkster diverse navorderingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd. Als gevolg van deze opgelegde vergrijpboetes belandde zij in een tuchtrechtprocedure.
Vordering integrale proceskostenvergoeding
De vrouw begint een beroepsprocedure en weet daarbij een navorderingsaanslag en alle vergrijpboetes vernietigd te krijgen. Ook vordert zij een integrale proceskostenvergoeding. Rechtbank Gelderland kent haar deze kostenvergoeding toe omdat de inspecteur erg onzorgvuldig heeft gehandeld. Ten eerste had hij het verzoek om de behandeling van de aangiftes als VIP-post geweigerd. Wettelijk gezien kon hij dat doen, maar qua professionaliteit en collegialiteit was het beter geweest het verzoek wel in te willigen. Door de controle niet door te verwijzen naar het VIP-team waren de verhoudingen tussen de vrouw en de controleur verstoord.
Geroddel bij de Belastingdienst
De controleur heeft bovendien niet erkend dat zijn relatie met de FIOD-medewerkster zo was verstoord dat hij zijn controlerende taken niet meer objectief kon uitvoeren. De rechtbank constateert dat de FIOD-medewerkster en de controleur zich naar hun collega’s negatief over elkaar hebben uitgelaten. Dit heeft geleid tot geroddel door deze collega’s bij de Belastingdienst. Deze gebeurtenissen bevestigen volgens de rechtbank dat de controleur een foute keuze heeft gemaakt.
Navorderingsaanslag te snel opgelegd
Verder oordeelt de rechtbank dat de inspecteur de navorderingsaanslagen en vergrijpboetes te snel heeft opgelegd. Het controlerapport was toen namelijk nog niet vastgesteld en het concept-rapport is niet met de vrouw besproken. De onzorgvuldigheid bij het opleggen van de navorderingsaanslagen en boetes blijkt ook uit de verminderingen van de navorderingsaanslagen en de vernietiging van de vergrijpboetes. Verder rekent de rechtbank het de inspecteur aan dat de vrouw door de opgelegde boetes in een tuchtrechtprocedure is beland. De fiscus moet de vrouw daarom € 21.860,87 aan proceskosten vergoeden.
Besluit: art. 2 BPB
Bron: Rechtbank Gelderland 1 juni 2021 (gepubliceerd 22 juni 2021), ECLI:NL:RBGEL:2021:2688, AWB 20/3343
Geef een reactie