Voor een belanghebbende in een proces is het erg belangrijk dat hij kan toetsen of een belastende verklaring tegen hem betrouwbaar is. Daarom mag de fiscus de namen van zulke getuigen niet schonen in de processtukken.
In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant was in een garagebox een groot aantal sigaretten gevonden. Deze sigaretten waren buiten het zicht van de fiscus gehouden. Volgens de inspecteur van de Belastingdienst was een man de huurder van de garagebox. Dit standpunt bracht de man in problemen met de fiscus. Het geschil belandde voor de rechtbank. In de processtukken had de inspecteur nogal wat namen en andere gegevens van personen en bedrijven anoniem gemaakt. De vraag is of dat terecht is.
Verzoek om geheimhouding
De rechtbank merkt op dat de wet de mogelijkheid biedt om stukken geheim te houden voor zowel de rechter als de wederpartij of alleen voor de wederpartij. Voor deze laatste variant, de zogeheten beperkte kennisneming, is wel toestemming van de wederpartij mogelijk. In dit geval is deze toestemming niet verkregen. Daarom vat de rechtbank het verzoek om beperkte kennisneming op als een verzoek om geheimhouding.
Getuige
De rechtbank gaat in op de persoon die als getuige een belastende verklaring tegen de belanghebbende heeft afgelegd. Deze persoon is van wezenlijk belang voor de controle van de betrouwbaarheid en de authenticiteit van de verklaring en de stukken. Daarom had de inspecteur de naam en een enkele andere identiteitsgegevens van deze getuige niet mogen schonen. Daarbij speelt een rol dat niemand heeft gesteld dat de getuige bijvoorbeeld wraakacties moet vrezen. Het schonen van de naam van de rechtspersoon waarvan de getuige bedrijfsleider is, is evenmin gerechtvaardigd. Hetzelfde geldt voor de geheimhouding van een bijlage die voortkomt uit een eerdere strafrechtelijke procedure. Maar voor de overige gegevens is geheimhouding gerechtvaardigd.
Geef een reactie