Bij personenvennootschappen (zoals een v.o.f, maatschap of CV) komt het vaak voor dat partners of directe familieleden samen een onderneming drijven. De partner of het familielid kan dus ook in aanmerking komen voor de ondernemersfaciliteiten, mits zij voldoen aan het urencriterium (zie aldaar). Om dit te kunnen vaststellen, wordt gebruikgemaakt van de gebruikelijkheidstoets. De Belastingdienst beoordeelt in dat geval of de werkzaamheden voor de personenvennootschap hoofdzakelijk (voor 70% of meer) van ondersteunende aard zijn en of het ongebruikelijk is dat zo’n personenvennootschap door niet-verbonden personen wordt aangegaan. Blijkt dat zo te zijn, dan worden de uren van de partner of de familielid niet gerekend tot het aantal uren dat wordt besteed aan ondernemingsactiviteiten.
Geef een reactie