Gemeentes mogen bij hun beslissing om gemeentelijke heffingen al dan niet kwijt te schelden de vermogensgrenzen van de Participatiewet niet gebruiken.
Mensen met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. De hoogte van het spaargeld is een van de factoren die de gemeente in aanmerking neemt bij haar beslissing om gemeentelijke belastingen kwijt te schelden. De vraag is vervolgens wat de gemeente mag beslissen over de hoogte van dit bedrag. In een zaak voor de Raad van State heeft een gemeente in een raadsbesluit de vermogensgrenzen van de Participatiewet toegepast op de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Volgens de rijksoverheid is daarmee het maximum aan extra toegestane financiële middelen overschreden. Daarom heeft de rijksoverheid het desbetreffende raadsbesluit vernietigt. Volgens de Raad van State is deze vernietiging terecht. De regelgeving biedt dus geen ruimte aan gemeenteraden om de vermogensnorm uit de Participatiewet te hanteren bij het kwijtschelden van belastingen.
Bron: Raad van State 11 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3674, 202400721/1/A2
Geef een reactie