De onroerendezaakbelasting kent een vrijstelling voor kerkgebouwen. Al is deze vrijstelling niet beperkt tot historische kerkgebouwen, de voorwaarden zijn hard.
Om recht te geven op de kerkenvrijstelling moet een onroerende zaak voor 70% zijn bestemd voor openbare erediensten of bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard. Woningdelen vallen overigens niet onder de vrijstelling. De kerkenvrijstelling dateert van de jaren ’80 van de twintigste eeuw. Volgens een kerkgenootschap gaat de wet daarmee voorbij aan actuele ontwikkelingen. Het genootschap bepleit een ruime uitleg van het begrip openbare eredienst. Rechtbank Midden-Nederland houdt echter vast aan een enger begrip. Het nuttigen van een gezamenlijke maaltijd en sociale activiteiten vormen dus geen erediensten.
Aandeel voor openbare dienst
In deze zaak worden bepaalde ruimtes gemengd gebruikt. Het kerkgenootschap wil per ruimte bekijken of de ruimte volledig meetelt of buiten beschouwing blijft bij het bepalen van het aandeel voor de openbare eredienst. Maar de rechtbank oordeelt dat men gewoon moet uitgaan van het gemengde gebruik per ruimte. Deze benadering sluit beter aan de uitvoering van de 70%-toets op het totale gebouw.
Geef een reactie