Moet de Belastingdienst naar aanleiding van een aangifte een verliesverrekeningsbeschikking opstellen? Dan is volgens de fiscus geen dwangsom te vorderen als de inspecteur lang wacht met het reageren op dat verzoek tot verrekening.
Negatieve winst uit onderneming
Gedurende de coronacrisis hebben veel ondernemers te maken gehad met dalende resultaten. Velen hebben voor de inkomstenbelasting (IB) negatieve winsten uit onderneming behaald, oftewel verliezen geleden. De Belastingdienst neemt over een bepaald jaar geen hoger bedrag aan ondernemingsverlies in aanmerking dan het verlies uit werk en woning van dat jaar. De eerste verrekening vindt dus plaats met eventueel positieve inkomens uit hetzelfde jaar binnen box 1. Bij de berekening van een verlies uit werk en woning laat de inspecteur overigens een eventueel te conserveren inkomen buiten beschouwing.
‘Carry back’ en voorwaartse verliesverrekening
Een IB-ondernemer kan een verlies uit werk en woning uit een bepaald kalenderjaar verrekenen met het positieve inkomen uit werk en woning van de drie voorafgaande jaren. Men spreekt dan van achterwaartse verliesverrekening of ‘carry back’. Een resterend bedrag aan verlies valt te verrekenen met de positieve inkomens uit werk en woning van de negen daaropvolgende kalenderjaren. Verliesverrekening vindt plaats in de volgorde waarin de verliezen zijn ontstaan en de inkomens zijn genoten. Een verlies uit een bepaald jaar verdampt voor zover het niet is verrekend met de positieve inkomens van de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren.
Langere carry back voor gemoedsbezwaarden
Sommige ondernemers hebben als gemoedsbezwaarde ontheffing gekregen van de sociale verzekeringsplicht. Zulke ondernemers kunnen verzoeken om een langere periode van carry back. Voor hen bedraagt de periode van achterwaartse verliesverrekening acht in plaats van drie jaar. Deze regel valt ook toe te passen op ondernemingsverliezen die zijn toe te rekenen aan kosten en lasten van schade als gevolg van risico’s die vergelijkbare, niet-gemoedsbezwaarde ondernemers doorgaans verzekeren.
Inspecteur stelt verliesvaststellingsbeschikking op
De inspecteur dient het bedrag van een verlies uit werk en woning vast te stellen in een beschikking. Hij moet daarbij eveneens aangeven in welke mate het gaat om een ondernemingsverlies. Het is mogelijk in bezwaar en beroep te gaan tegen een verliesvaststellingsbeschikking. Stel nu dat de inspecteur naderhand vermoedt dat het verlies op een te hoog bedrag is gesteld. In dat geval kan hij de verliesvaststellingsbeschikking te herzien.
Fiscus stelt verliesverrekeningsbeschikking op
Komt het tot een verliesverrekening, dan moet de inspecteur ook deze verrekening opnemen in een beschikking. Deze beschikking staat eveneens open voor bezwaar en beroep, al staan deze rechtsmiddelen alleen open tegen de vaststelling van het verlies. Als een ondernemer geen belasting is verschuldigd, kan hij ook in bezwaar en beroep gaan tegen het verrekende bedrag in een beschikking waarin een voorwaartse verliesverrekening is vastgesteld.
Dwangsomregeling niet van toepassing
Een zaak voor Rechtbank Noord-Nederland betrof een man die in zijn aangifte IB/PVV 2018 een verlies uit terbeschikkingstelling had opgegeven van bijna € 130.000. Na verrekening met de andere box 1-inkomsten was het inkomen uit werk en woning over 2018 € 90.806 negatief. De man verzocht de Belastingdienst op 8 oktober 2020 om dit verlies te verrekenen met de positieve inkomens uit de jaren 2015, 2016 en 2017. Op 24 februari 2021 stelde de man de fiscus in gebreke vanwege het niet reageren op zijn verzoek. Ook verzocht hij om toepassing van de maximale dwangsom. Maar de inspecteur stelde dat het doen van aangifte geen aanvraag was en de verliesbeschikking geen beschikking op aanvraag was. Daardoor was de dwangsomregeling niet van toepassing. De man ging daartegen in beroep, maar was zelf te laat met zijn beroepschrift. De rechtbank verklaarde zijn beroep daarom ongegrond.
Wet: art. 3.148, 3.149, 3.150, 3.151, 3.152 en 3.153 Wet IB 2001
Masterclass Verliesverrekening
Verliesverrekeningsspecialist dr. Frank Elsweier behandelt de relevante fiscale aspecten van de Nederlandse verliesverrekeningsregels. Hij gaat onder andere in op de huidige verliesverrekeningstermijnen en de voorgestelde verliesverrekeningstemporisering die per 1 januari 2022 in werking zijn getreden.
Geef een reactie