Ook bij de gedeeltelijke staking van een onderneming gaan de bedrijfsmiddelen die tot de gestaakte onderneming behoren verplicht over naar het privévermogen. Desnoods met toepassing van de foutenleer.
Een echtpaar dreef via een stille maatschap een onderneming op het gebied van het houden van vleeskuikens en het verbouwen van akker- en tuinbouwproducten. De maatschap gebruikte een stuk cultuurgrond voor het verbouwen van de akker- en tuinbouwproducten. De maten stopten met deze activiteit in 2011. Vanaf dat moment verpachtte de maatschap de cultuurgrond aan derden voor kortlopende pachtovereenkomsten. De man bleef de cultuurgrond tot zijn ondernemingsvermogen rekenen. Maar hij veranderde van gedachten toen de maatschap in 2015 stopte met het houden van vleeskuikens. Hij doet een beroep op de foutenleer en stelt dat de cultuurgrond al in 2011 het ondernemingsvermogen had moeten verlaten.
Geen keuzevermogen
De inspecteur meent daarentegen dat bij het stoppen van de akker- en tuinbouw de cultuurgrond keuzevermogen was. De man mocht toen de cultuurgrond tot zijn ondernemingsvermogen blijven rekenen en had dat kennelijk ook gedaan. Rechtbank Noord-Nederland is het echter oneens met de fiscus. De hoofdregel bij een volledige staking van de onderneming is dat de activa van de onderneming overgaan naar het privévermogen. Bij een gedeeltelijke staking is dat niet anders, zo redeneert de rechtbank. Ook in deze zaak is de hoofdregel van toepassing. Daardoor heeft de cultuurgrond in 2011 inderdaad het ondernemingsvermogen moeten verlaten. Het beroep van de man op de foutenleer slaagt.
Wet: art 3.2 en 3.25 Wet IB 2001
Geef een reactie