Een exploitant kan geen willekeurige afschrijving voor startende ondernemers toepassen op de appartementen die hij in het kader van Bed & Breakfast verhuurt.
Een man en zijn echtgenote oefenden in 2012 en 2013 in de vorm van een commanditaire vennootschap (CV) een onderneming uit. Daarbij was de man de beherend vennoot en de vrouw de commanditaire vennoot. De activiteiten van de CV bestonden onder meer uit de exploitatie van een drietal appartementen als Bed & Breakfast (B&B).
Naar aard en inrichting een woning
In geschil bij Hof Den Bosch was de toepassing van willekeurige afschrijving voor startende ondernemers. Het hof oordeelde dat de man de willekeurige afschrijving voor startende ondernemers niet kon toepassen. Voor het kunnen toepassen van de willekeurige afschrijving startende ondernemers mag geen sprake zijn van uitgesloten bedrijfsmiddelen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het hof was van mening dat de appartementen zijn te beschouwen als woonhuizen, in ieder geval onroerende zaken die dienen voor bewoning. Elk van de appartementen beschikte over een eigen woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamer. Exploitatie van deze appartementen week af van de traditionele klassieke hotelexploitatie, omdat gasten van de B&B een grote mate van vrijheid werd geboden en onafhankelijkheid, waardoor gasten de appartementen (tijdelijk) als woning konden gebruiken. In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat het hof terecht voorop heeft gesteld dat appartementen opstallen zijn die naar aard en inrichting woningen zijn en ook bestemd zijn om als zodanig te worden gebruikt.
Wet: art. 3.34 en 3.45 lid 1 Wet IB 2001 en art. 7 UR WA
Meer informatie: Hoge Raad 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1687
Geef een reactie