Verrekening van de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek is alleen mogelijk als de inspecteur deze niet-gerealiseerde aftrek eerst bij beschikking heeft vastgesteld.
Onderdelen ondernemersaftrek
Ondernemers voor de inkomstenbelasting hebben onder voorwaarden recht op toepassing van de ondernemersaftrek. De ondernemersaftrek bestaat uit de volgende vijf onderdelen:
- de zelfstandigenaftrek;
- de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O);
- de meewerkaftrek;
- de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid; en
- de stakingsaftrek.
Urencriterium
Een ondernemer moet in beginsel voldoen aan het zogeheten urencriterium om de ondernemersaftrek te mogen toepassen. Deze voorwaarde geldt alleen niet voor de stakingsaftrek. Het urencriterium houdt in principe in dat de ondernemer minstens 1.225 uren per jaar besteedt aan zijn onderneming. Bovendien moet hij meer dan de helft van zijn totale arbeidstijd besteden aan zijn onderneming, tenzij hij een starter is. Een ondernemer kwalificeert als een starter als hij in één of meer van de voorafgaande vijf kalenderjaren geen ondernemer was. Met betrekking tot de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt een verlicht urencriterium. De ondernemer voldoet aan dit criterium als hij in het jaar minimaal 800 uren besteedt aan zijn onderneming.
Zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek bedraagt normaal gesproken € 6.310 (bedrag 2022). Voor starters geldt een verhoging van de zelfstandigenaftrek, de zogeheten startersaftrek. Een aanvullende voorwaarde van de startersaftrek is dat de starter in de voorafgaande vijf jaar hooguit twee keer de zelfstandigenaftrek heeft toegepast. Als de ondernemer aan het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, vindt een halvering plaats van de zelfstandigenaftrek. Deze halvering treft ook een eventuele startersaftrek. Verder is van belang dat de zelfstandigenaftrek hoogstens gelijk is aan het bedrag van de winst, tenzij de ondernemer een starter is.
Niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek
Voor zover de ondernemer zijn zelfstandigenaftrek niet volledig kan benutten, is sprake van niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek. De niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek is in de volgende negen kalenderjaren te verrekenen door de zelfstandigenaftrek te verhogen. Deze verhoging is maximaal het bedrag waarmee de winst in dat jaar de zelfstandigenaftrek overtreft. De verrekening van de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek vindt plaats in de volgorde waarin deze niet-gerealiseerde aftrek is ontstaan. Zowel het ontstaan als de verrekening van een niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek moet zijn vastgesteld in een beschikking van de inspecteur. Rechtbank Zeeland-West-Brabant hecht daar veel waarde aan. Zij weigert de verrekening van de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek die niet in een beschikking van de inspecteur is vastgesteld.
Aftrek voor S&O
Ondernemers die in een kalenderjaar 500 of meer uren besteden aan werk dat per S&O-verklaring is aangewezen als S&O, hebben recht op de aftrek voor S&O. Dit onderdeel van de ondernemersaftrek bedraagt € 13.360 (bedrag 2022). Is de ondernemer een starter en heeft hij in de voorafgaande periode van vijf jaren hoogstens in twee jaren een S&O-verklaring ontvangen? Dan mag hij de aftrek voor S&O verhogen met € 6.684 (bedrag 2022).
Meewerkaftrek
Een ondernemer met een partner die in het desbetreffende jaar zonder enige vergoeding minstens 525 uren arbeid verricht in zijn onderneming, mag de meewerkaftrek toepassen. De meewerkaftrek bedraagt:
- 1,25% van de winst als de partner minstens 525 maar nog geen 875 uren in de onderneming heeft gewerkt;
- 2% van de winst als de partner minstens 875 maar nog geen 1225 uren in de onderneming heeft gewerkt;
- 3% van de winst als de partner minstens 1225 maar nog geen 1750 uren in de onderneming heeft gewerkt; en
- 4% van de winst als de partner 1750 of meer uren in de onderneming heeft gewerkt.
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
Startende ondernemers die recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, niet voldoen aan het normale urencriterium maar wel aan het verlichte urencriterium, hebben recht op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Van een arbeidsongeschiktheidsuitkering is sprake als de ondernemer een uitkering ontvangt op grond van de Wet WIA, WAO, Waz, of Wajong. De uitkering mag ook zijn gebaseerd op een buitenlandse regeling die met de eerder genoemde regelingen is te vergelijken. Als de ondernemer de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid in geen van de vijf voorgaande jaren heeft toegepast, bedraagt deze aftrek € 12.000. Heeft de ondernemer in de voorafgaande vijf jaar de aftrek in één respectievelijk twee jaren toegepast? Dan bedraagt de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid € 8.000 respectievelijk € 4.000. De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid is hooguit gelijk aan het bedrag dat de ondernemer aan winst heeft genoten.
Stakingsaftrek
Als een ondernemer een of meer ondernemingen volledig staakt, heeft hij recht op een aftrek ter grootte van de stakingswinst, maar maximaal € 3.630. Dit bedrag geldt per leven. Heeft de ondernemer bijvoorbeeld eerder een stakingsaftrek van € 1.000 genoten? Dan is bij een volgende staking zijn stakingsaftrek maximaal € 2.630. Als een volledige staking achterwege blijft als gevolg van een doorschuiving, waarbij wel de oudedagsreserve vrijvalt, kan de stakingsaftrek ook gelden. Maar in de volgende gevallen geldt als aanvullende voorwaarde dat de ondernemer de desbetreffende onderneming minstens drie jaar voor zijn rekening heeft gedreven:
- De doorschuiving vindt plaats bij een ontbinding van de huwelijksgemeenschap.
- Er is sprake van een doorschuiving van de onderneming bij overlijden van de ondernemer.
- De doorschuiving vindt plaats aan een ondernemer die die onderneming voortzet.
Wet: art. 3.6, 3.74, 3.76, 3.77, 3.78, 3.78a en 3.79 Wet IB 2001
Geef een reactie