
Een zelfstandig te exploiteren restaurantgedeelte van een pand vormt verplicht ondernemingsvermogen.
Een echtpaar werkt samen met hun zoon en de zus van de echtgenote in een vof. Het echtpaar heeft de eigendom van een pand waarin de vof een restaurant exploiteert. De echtgenoten hebben dit pand niet ingebracht in de vof, maar verhuren het pand aan de vof. De echtgenoten stellen dat het pand keuzevermogen is en willen het restaurantgedeelte als privévermogen etiketteren. Maar de Belastingdienst meent dat het restaurantgedeelte verplicht ondernemingsvermogen is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het daarmee eens. Beide gedeelten van het pand beschikken over de benodigde voorzieningen om zelfstandig te functioneren en zijn afzonderlijk afsluitbaar. Het restaurantgedeelte van het pand is zelfstandig rendabel te maken. Daarom moet het worden geëtiketteerd als verplicht buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. Dat het pand niet juridisch splitsbaar is, maakt dat niet anders.
Wet: art. 16, eerste lid AWR en 30f tot en met 30k AWR en art. 3.8 Wet IB 2001
Geef een reactie