Als een ondernemer na het doorvoeren van een nieuwe bedrijfsformule verliezen gaat en blijft lijden, kan de fiscus wellicht stellen dat de onderneming is gestaakt.
Een man was actief in de tapijt- en vinylsector. In 2012 had hij een pand gekocht en ingericht als voorraadopslag, kantoor, showroom en verblijf. In de loop van 2013 werkte de ondernemer aan een heel andere bedrijfsopzet. Hij ging namelijk zijn onderneming drijven op een nieuwe locatie op een bedrijventerrein. Ook ging internet een grotere rol spelen. Ondanks de nieuwe bedrijfsopzet daalden de jaaromzetten en -winsten. Terwijl de resultaten in 2010 en 2011 nog positief waren, leed de man vanaf 2012 alleen nog maar verliezen. De inspecteur stelde daarom dat de activiteit van de man in 2016 het karakter van bron van inkomen had verloren. Fiscaal gezien was daarom op 31 december 2016 sprake van een staking met alle gevolgen van dien. Hof Den Haag kan zich in de redenering van de Belastingdienst vinden.
Lage voorraadwaardering
Het hof is het echter niet op alle punten eens met de fiscus. Zo heeft de inspecteur de voorraad op het moment van staking gewaardeerd op € 15.000. Hij stelt dat de man winst op de geboekte voorraad maakt omdat de omzet ieder jaar de inkoopkosten overstijgt. Het hof vindt het echter aannemelijk dat men rekening moet houden met trendgevoeligheid. Van de ouderdom van de voorraad gaat in dit geval dus een waardedrukkend effect uit. Dit blijkt ook uit het feit dat de man de voorraad in 2019 aan een derde heeft verkocht voor € 3.000. Het hof is het daarom met de man eens dat de voorraad op het moment van staking maar een waarde had van € 5.000.
Wet: art. 3.8 Wet IB 2001
Stoomcursus verliesverrekening| 28 maart 2022
De nieuwe verliesverrekeningstemporisering per 1 januari 2022 zal impact hebben op bestaande compensabele verliezen en mogelijk voor de belastingpositie in de jaarrekening. Daarnaast zal in deze cursus aandacht worden besteed aan de samenloop van de nieuwe verliesverrekeningsregel met (bijvoorbeeld) de kwijtscheldingswinstvrijstelling, art. 10a Wet VPB 1969, de liquidatie- en stakingsverliesregeling, geruisloze terugkeer, fiscale eenheid en de regeling tegen handel in verlieslichamen. Verder gaat de docent in op verliesverjongingsstrategieën, de aangepaste liquidatie- en stakingsverliesregeling, coronagerelateerde verliezen, afwaarderingsverliezen op leningen, deelnemingsverliezen en fiscale eenheidverliezen.
Geef een reactie