Door gebruik te maken van de regeling van de willekeurige afschrijving kunnen startende ondernemers een eventuele fiscale winst gedurende de eerste jaren drukken.
Fiscale afschrijving volgens normale regels
Onder normale omstandigheden stelt een ondernemer het bedrag van de jaarlijkse fiscale afschrijving op een bedrijfsmiddel op het deel van de nog niet afgeschreven aanschaffings- en voortbrengingskosten dat aan het kalenderjaar is toe te rekenen. In principe is hij daarbij gebonden aan een maximum van 20% van de aanschaffings- of voortbrengingskosten. Betreft het goodwill, dan mag de ondernemer per jaar zelfs maar 10% fiscaal afschrijven. Daarnaast mag een ondernemer gebouwen niet verder afschrijven dan tot hun bodemwaarde. Voor gebouwen in eigen gebruik is de bodemwaarde gelijk aan 50% van de WOZ-waarde. Voor gebouwen die een belegging vormen, geldt een bodemwaarde die gelijk is aan de WOZ-waarde.
Willekeurige afschrijving voor starters
De wet geeft de minister van Financiën de bevoegdheid bepaalde investeringen in bedrijfsmiddelen aan te merken als investeringen waarop de ondernemer willekeurig mag afschrijven. Bij willekeurige afschrijving is de ondernemer niet gebonden aan de eerdergenoemde maxima. Het is echter niet toegestaan om tot onder de restwaarde af te schrijven. De minister heeft onder andere investeringen door startende ondernemers aangewezen als investeringen waarop willekeurig valt af te schrijven. Voor de toepassing van de willekeurige afschrijving kwalificeert een ondernemer als starter als hij in het jaar waarin de investering heeft plaatsgevonden recht had op de verhoogde zelfstandigenaftrek (ook wel startersaftrek genoemd). De willekeurige afschrijving voor starters geldt dus alleen voor IB-ondernemers, niet voor andere winstgenieters of vennootschapsbelastingplichtige lichamen!
Optellen van investeringen
Zelfs als iemand investeringen heeft gedaan in een jaar waarin hij geen recht had op de startersaftrek, kan op deze investeringen misschien toch willekeurige afschrijving plaatsvinden. De ondernemer mag deze investeringen namelijk optellen bij de investeringen in het daaropvolgende kalenderjaar. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat hij in dat jaar recht heeft op de startersaftrek.
Grondslag voor willekeurige afschrijving
De grondslag voor willekeurige afschrijving sluit aan op de grondslag voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Is een investering of een verplichtingen uitgesloten van KIA? Dan is deze investering of verplichting dus ook uitgesloten van willekeurige afschrijving voor starters. Een ondernemer kan bovendien niet meer afschrijven dan over het maximumbedrag dat nog recht geeft op de KIA (€ 328.721 in 2021). Hij mag voor de ingebruikname van een bedrijfsmiddel niet meer aftrekken dan het bedrag waarvoor hij verplichtingen is aangegaan of dat hij aan voortbrengingskosten heeft gemaakt. Een ondernemer mag evenmin de willekeurige afschrijving voor starters toepassen op bedrijfsmiddelen die al voor een andere willekeurige afschrijving in aanmerking komen.
Willekeurige afschrijving en herinvesteringsreserve
Zijn de aanschaffings- en voortbrengingskosten verminderd omdat een herinvesteringsreserve (deels) is afgeboekt? De ondernemer hoeft bij de toepassing van de willekeurige afschrijving daarmee geen rekening te houden. Het bedrag van die vermindering wordt namelijk geacht willekeurig te zijn afgeschreven.
Minder dan normaal afschrijven
Stel dat een startende ondernemer maar een bescheiden fiscale winst vóór aftrek van de afschrijvingen maakt. Dan is het nog maar de vraag of hij er goed aan doet meer af te schrijven dan hij normaal gesproken mag doen. De winst is immers al laag, zodat de aftrek plaatsvindt tegen een laag tarief. Bovendien betekent een hoge afschrijving nu een hogere boekwinst bij een latere verkoop. Heeft een ondernemer eenmaal willekeurige afschrijving toegepast, dan kan hij dat niet terugdraaien. Een startende ondernemer zou daarom zelfs ervoor kunnen kiezen om de willekeurige afschrijving te gebruiken om minder af te schrijven dan normaal.
Fiscus neemt willekeurige afschrijving terug
Het kan gebeuren dat de ondernemer binnen vijf jaar vanaf het begin van het kalenderjaar waarin de investering plaatsvindt, niet meer voldoet aan de voorwaarden voor willekeurige afschrijving. In dat geval wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen. Dit houdt in dat de Belastingdienst de fiscale boekwaarde van het desbetreffende bedrijfsmiddel stelt op de boekwaarde die het zou hebben als de ondernemer geen willekeurige afschrijving had toegepast.
Wet: art. 3.30, 3.30a, 3.34, 3.34a, 3.35, 3.38 en 3.39 Wet IB 2001
Regeling: art. 7, 8 en 9 afschrijving 2001 Uitv reg WA 2001
Geef een reactie