In beginsel is een vergoeding van schade die is opgelopen bij een ongeval tijdens het verrichten van ondernemersactiviteiten belast. Voor zover de vergoeding ziet op een verlies aan arbeidsvermogen, is de vergoeding onbelast.
Een vrouw dreef via een eenmanszaak een onderneming. De ondernemingsactiviteiten bestonden onder andere uit buitensportactiviteiten, de verhuur van tenten en fotografie. De onderneemster liep op 10 september 2014 bij een bedrijfsongeval voetletsel op. Aan dit ongeval hield zij chronische pijnklachten over. Het ongeval had plaatsgevonden bij een cliënt, die was verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Uiteindelijk kwamen de verzekeraar en de onderneemster een lumpsum schadevergoeding overeen van € 480.001. Daarvan zag € 15.000 op een vergoeding van immateriële schade. Volgens de Belastingdienst was van de totale schadevergoeding € 465.000 belast als onderdeel van de winst uit onderneming. De vrouw ging daartegen in bezwaar.
Onderneemster maakt splitsing schadevergoeding aannemelijk
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt dat het hier gaat om een vergoeding van schade die de vrouw tijdens het uitoefenen van haar onderneming is overkomen. In beginsel behoort de vergoeding daarmee tot de winst uit onderneming. Het is dan aan de ondernemer om aannemelijk te maken dat de vergoeding niet tot de winst behoort. De vrouw slaagt daar voor een groot deel in. Uit de overeenkomst met de verzekeraar blijkt dat € 388.135 betrekking heeft op verlies aan arbeidsvermogen. Daarnaast maakt de vrouw aannemelijk dat € 35.000 ziet op extra kosten als gevolg van het ongeval die los staan van de onderneming. Daardoor behoort maar € 41.866 tot de belastbare winst.
Wet: art. 3.2 Wet IB 2001
Geef een reactie