Het doen van investeringen is op zich onvoldoende om een bron van inkomen te hebben. Men moet ook met inachtneming van pech een voordeel mogen verwachten.
Twee firmanten hadden op 1 januari 2009 een vof opgericht. Volgens de beschrijving in de Kamer van Koophandel bestonden de activiteiten van de vof vooral uit staandwantvisserij. Tijdens een boekenonderzoek van de fiscus voor de jaren 2009 tot en met 2013 verklaarden de firmanten dat zij op dat moment nog niet met de feitelijke activiteiten waren gestart. Zij hadden alleen investeringen gedaan. Zij beschikten tegen die tijd wel over een Europese visvergunning. Bovendien kochten zij op 18 augustus 2014 een grotere vissersboot. Maar eind 2015 verloor de vof haar materieelloods, netten en machines om netten te maken door brand. In hun aangiftes IB/PVV over de jaren 2009 – 2018 gaven de vennoten steeds een verlies uit de vof op. De Belastingdienst kwam daardoor tot de conclusie dat in ieder geval in 2014 en 2015 geen sprake was van een bron van inkomen. De reden was het ontbreken van een objectieve voordeelsverwachting.
Geen objectieve voordeelsverwachting
Hof Amsterdam is het eens met de fiscus. De vof lijdt structureel verlies. Het hof snapt dat het starten van een onderneming in de visserij de nodige investeringen meebrengt, maar dan nog maken de vennoten niet aannemelijk dat sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Een ondernemer moet immers op termijn zijn investeringen kunnen terugverdienen met resultaten uit zijn onderneming. Daarbij moet hij bovendien rekening houden met mogelijke tegenslagen. Bovendien valt wat aan te merken op de investeringen door de vennoten. Zij maken namelijk niet aannemelijk dat al voor de eerste jaren visvergunningen op hun naam stonden. En de firmanten moesten eerst de grotere boot ombouwen voordat deze geschikt was voor visserij. Daardoor was de boot pas vanaf 2015 in te zetten. En ook toen bleef de vof verliezen lijden. De firmanten mogen daarom over de jaren 2014 en 2015 geen verlies uit de vof aftrekken.
Wet: art. 3.2 Wet IB 2001
Bronnen: Gerechtshof Amsterdam 19 oktober 2021 (gepubliceerd 1 december 2021), ECLI:NL:GHAMS:2021:3633, 20/00514 en 20/00515 en Gerechtshof Amsterdam 19 oktober 2021 (gepubliceerd 1 december 2021), ECLI:NL:GHAMS:2021:3634, 20/00512 en 20/00513
Stoomcursus verliesverrekening
Dr. Frank Elsweier behandelt de relevante fiscale aspecten van de Nederlandse verliesverrekeningsregels. Hij gaat onder andere in op de huidige verliesverrekeningstermijnen en de voorgestelde verliesverrekeningstemporisering die per 1 januari 2022 in werking zal treden.
Geef een reactie