Binnen de regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten komen de volgende kosten voor aftrek in aanmerking, mits deze kosten voortkomen uit ziekte of invaliditeit:
• genees en heelkundige hulp, met uitzondering van ooglaserbehandelingen;
• vervoer;
• medicijnen verstrekt op voorschrift van een arts;
• overige hulpmiddelen, met uitzondering van visuele hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen;
• extra gezinshulp;
• dieetkosten (voor zover opgenomen in dieetkostentabel; sinds 2010 mag de dieetverklaring ook door een diëtist zijn afgegeven);
• extra kleding en beddengoed;
• reiskosten ziekenbezoek (bij reizen per auto, anders dan per taxi, € 0,19 per kilometer).
Onder genees- en heelkundige hulp wordt verstaan:
• een behandeling door een arts,
• een behandeling door een paramedicus op voorschrift en onder begeleiding van een arts of
• een behandeling door een bij ministeriële regeling aan te wijzen paramedicus.
De volgende posten zijn met ingang van 1 januari 2014 niet meer aftrekbaar als specifieke zorgkosten:
• scootmobielen
• rolstoelen
• aanpassingen aan, in of om een woning.
De regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten kent een vermenigvuldigingsfactor voor de hiervoor genoemde aftrekposten met uitzondering van de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp. De vermenigvuldigingsfactor is van toepassing wanneer het drempelinkomen niet meer bedraagt dan € 33.555 (€ 33.555). De vermenigvuldigingsfactor bedraagt 2,13 voor personen die de AOW-leeftijd hebben bereikt. Voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt, is de vermenigvuldigingsfactor 1,40. Dit verschil hangt samen met het feit dat personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt een hogere belastingteruggaaf krijgen vanwege een hoger marginaal tarief dan personen die de AOW-leeftijd wel hebben bereikt.
Uitgaven voor specifieke zorgkosten komen slechts voor aftrek in aanmerking voor zover deze boven bepaalde inkomensdrempels komen. De drempels zijn als volgt voor 2014 en 2013:
Geef een reactie