Als een inkomensbestanddeel uit het buitenland geen invloed mag hebben op het Nederlandse belastingtarief, mag het evenmin de algemene heffingskorting beïnvloeden.
Een vrouw had in het verleden gewerkt voor een werkgever in het Verenigd Koninkrijk (VK). Tijdens het vervullen van deze dienstbetrekking had zij pensioen opgebouwd. In het jaar 2016 ontving zij een periodieke uitkering van dit pensioen van (omgerekend) € 4.323. Daarnaast vond dat jaar een gedeeltelijke afkoop van dat pensioen plaats. De vrouw heeft in verband met de gedeeltelijke afkoop van dit pensioen in 2016 een bedrag ontvangen van (omgerekend) € 15.611. Zowel over de periodieke uitkering als de afkoopsom was de vrouw geen belasting verschuldigd in het VK. Op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en het VK was het pensioen van de vrouw af te kopen zonder dat daarover Nederlandse belastingheffing plaatsvond. De fiscus mocht de afkoopsom zelfs niet in aanmerking nemen om progressievoorbehoud toe te passen. Toch heeft de Belastingdienst de afkoopsom meegenomen bij de berekening van de algemene heffingskorting (AHK).
Heffingskorting is geen persoonlijke aftrek
Rechtbank Noord-Nederland merkt op dat in deze zaak de afkoopsom van het pensioen is betaald op of rond het tijdstip van aanvang van een periodiek pensioen. In dat geval bepaalt het verdrag dat de afkoopsom van een pensioen uitsluitend belastbaar is in de staat waaruit die afkoopsom afkomstig is. Het Protocol bij het belastingverdrag stelt vervolgens dat het bedrag van de aankoopsom wel meetelt bij de berekening van persoonlijke aftrekken en voordelen uit hoofde van inkomensafhankelijke regelingen van Nederland in het belastingjaar van ontvangst. De rechtbank merkt de AHK echter niet aan als een persoonlijke aftrek, maar als onderdeel van het tarief. Daarom mag de afkoopsom geen invloed hebben op de berekening van de AHK.
Verdrag: art. 17 Verdrag NL-VK
Protocol: onderdeel Protocol Verdrag NL-VK
Geef een reactie