Heeft een instantie die lijfrente-uitkeringen uitbetaalt de uitkeringen indirect afgetrokken door ze af te boeken van een passiefpost? En is deze passiefpost ten laste van de winst gekomen? Dan mag de bronstaat heffen over de lijfrente-uitkeringen.
Een man woont gedurende het gehele jaar 2016 in de Filipijnen. Dat jaar ontvangt hij een lijfrente-uitkering ter hoogte van € 1.824 van een verzekeringsmaatschappij in Nederland. Op de lijfrente-uitkering is € 651 aan loonheffing ingehouden en afgedragen. De verzekeringsmaatschappij is in Nederland vennootschapsbelastingplichtig. De man vraagt in zijn aangifte IB/PVV 2016 om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het bedrag van de ontvangen lijfrente-uitkering. Maar de Nederlandse inspecteur weigert deze aftrek omdat hij meent dat de lijfrente-uitkering belastbaar is in Nederland als bronstaat. De man start daarop een beroepsprocedure, die uiteindelijk belandt voor de Hoge Raad.
Verzekeringsmaatschappij trekt uitkering indirect af
In beginsel bepaalt het verdrag dat alleen de woonstaat mag heffen. Maar de bronstaat mag ook heffen voor zover de desbetreffende inkomsten ten laste komen van de winst van een onderneming die in de bronstaat is gevestigd of daar een vaste inrichting heeft. Deze situatie is hier aan de orde. De man werpt tegen dat de verzekeringsmaatschappij de uitkeringen niet rechtstreeks van haar winst aftrekt. In plaats daarvan verwerkt zij de uitkeringen boekhoudkundig door ze af te boeken op een premiereserve die eerder daartoe ten laste van de winst is gevormd. Maar deze omstandigheid maakt volgens de Hoge Raad niets uit. Nederland mag daarom inderdaad heffen.
Verdrag: art. 18, tweede lid Verdrag NL-Filippijnen
Bron: Hoge Raad 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:215, 22/04346
Geef een reactie