
De conserverende aanslag over een pensioenaanspraak vanwege emigratie wordt berekend naar de waarde van de aanspraak op de emigratiedatum. Dit geldt ook als de pensioenuitkeringen later ingaan.
Een man emigreert op 22 november 2020 en heeft op dat moment een pensioenaanspraak bij het ABP ter waarde van € 643.234. De Belastingdienst legt de man op 7 juli 2023 een conserverende aanslag IB/PVV 2020 op, gebaseerd op deze waarde. De man maakt bezwaar, maar de inspecteur verklaart dit bezwaarschrift ongegrond. Vervolgens gaat de man in beroep. Daarbij stelt hij dat de aanslag onrechtmatig is omdat de pensioenuitkeringen op 11 mei 2021 zijn ingegaan. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het heffingsmoment voor de conserverende aanslag het tijdstip is dat onmiddellijk voorafgaat aan de emigratie. De aanslag is daarom terecht opgelegd, ondanks dat de pensioenuitkeringen zijn ingegaan na het heffingsmoment. De rechtbank volgt de inspecteur dat de aanslag wordt gecorrigeerd met gedane uitkeringen indien invordering plaatsvindt, waardoor dubbele heffing wordt voorkomen.
Geen schending algemene beginselen van behoorlijk bestuur
De man stelt vervolgens dat het zorgvuldigheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel zijn geschonden. Maar de rechtbank verwerpt dit standpunt. In tegenstelling tot wat de man beweert, hoeft de inspecteur geen rekening te houden met tijdsverloop of gewijzigde feiten na emigratie. De man heeft bovendien onvoldoende bewijs geleverd voor een toezegging door de Belastingtelefoon, waardoor het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt. Ook het gelijkheidsbeginsel is niet geschonden, omdat de man onvoldoende gegevens heeft aangevoerd voor ongelijke behandeling.
Vermindering van conserverende aanslag
De inspecteur erkent wel dat de aanslag te hoog is omdat een deel van de waardeoverdracht van het pensioenkapitaal privaatrechtelijk is en het heffingsrecht aan het emigratieland toekomt. Daarom vindt een vermindering van de conserverende aanslag plaats met 7% naar een bedrag van € 589.208. De revisierente wordt overeenkomstig verminderd. De rechtbank verklaart daarom het beroep van de man gegrond.
Wet: art. 3.83 Wet IB 2001 en art. 26, derde lid, onderdeel a Iw 1990
PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder
Emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder leidt in beginsel tot heffing van inkomstenbelasting. De (conserverende) aanslag behoeft echter niet altijd direct te worden voldaan; er kan uitstel van betaling worden verleend. Wanneer zich na de emigratie een handeling voordoet zoals bijvoorbeeld het uitkeren van dividend of overlijden van de ab-houder kan dit leiden tot invordering van de conserverende aanslag.
Tijdens deze PE-pitstop gaat Tamara hier dieper op in, waarbij zij ook aangeven welke verschillen er zijn indien wordt geëmigreerd naar een EU-land of een niet-EU-land en de impact van een belastingverdrag. Daarnaast gaat zij tijdens de cursus ook graag met jou de dialoog aan óf Nederland in alle situaties bevoegd is om de conserverende aanlag op te leggen, dan wel – al dan niet deels – in te vorderen.
Geef een reactie