Buitenlandse particulieren met een onroerende zaak in Nederland moeten deze onroerende zaak in principe opgeven in het formulier Opgaaf wereldinkomen.
Een man heeft in Nederland gewerkt als adviseur en accountant-administratieconsulent. Sinds 2006 woont hij in Portugal. In 2012 heeft hij geen werkzaamheden in Nederland verricht. Wel is hij sinds 2 mei 1973 eigenaar van een stuk grond in Nederland. De man verzoekt de Belastingdienst niet om een uitnodiging tot het doen van aangifte. Maar de inspecteur stuurt de man uiteindelijk zelf een formulier Opgaaf wereldinkomen. Men noemt zo’n formulier ook wel een formulier Niet in Nederland belast inkomen (NinBi-formulier). In dit formulier geeft de man uitsluitend wereldinkomen uit werk en woning op en geen voordeel uit sparen en beleggen. Wanneer de inspecteur uiteindelijk de belasting over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen in Nederland navordert, krijgt de man ook een verzuimboete opgelegd. De man gaat daartegen in beroep.
Geen reden om uit te gaan van Portugese maatstaven
Hij stelt voor Hof Amsterdam dat hij meende het NinBi-formulier naar Portugese maatstaven te mogen invullen. Maar het hof stelt dat het formulier geen enkel aanknopingspunt geeft voor die opvatting. Integendeel, het formulier vraagt uitdrukkelijk naar het bedrag van de rendementsgrondslag en het heffingvrije vermogen. Door toch geen melding te maken van de Nederlandse grond is de man zo laakbaar geweest dat het grenst aan opzet. Daarom is volgens het hof op zijn minst sprake van grove schuld. De vergrijpboete is daarom terecht opgelegd. Uitsluitend vanwege tijdsverloop is de boete gematigd tot € 10.602.
Wet: art. 6, derde lid AWR en art. 7.7, tweede lid, onderdeel a Wet IB 2001
Regeling: art. 2 UR. AWR 1994
Bron: Gerechtshof Amsterdam 4 april 2023 (gepubliceerd 5 april 2023), ECLI:NL:GHAMS:2023:811, 22/00414
Geef een reactie