Sommige belastingverdragen bepalen dat het bronland in principe ook een pensioen mag belasten als het een bepaald bedrag overschrijdt. Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt de stelling dat zo’n grens willekeurig en daarmee nietig is.
Een man woonde in 2014 en in 2016 in Nederland. Naast een uitkering van de SVB ontving hij twee pensioenuitkeringen uit Duitsland. Hij gaf deze inkomsten op in zijn aangifte IB/PVV. De man verzocht in zijn aangifte niet om een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Maar later wist hij deze aftrek alsnog te verkrijgen, althans voor de inkomstenbelasting. De Belastingdienst wees het bezwaar tegen de aanslag Zvw echter af. De man besloot daarom in beroep te gaan. De man stelt dat Nederland geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw mag heffen over de uit Duitsland ontvangen uitkeringen.
Inkomensgrens door onderhandeling
Hij verwijst onder meer naar het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland. Volgens dit verdrag mag de bronstaat in principe pas heffen over pensioen als dat de € 15.000 overschrijdt. De man stelt dat dit bedrag willekeurig is, zodat deze bepaling nietig is. Het hof wijst dit standpunt af. De inkomensgrens is overeengekomen als gevolg van bilateraal overleg tussen Nederland en Duitsland. De Tweede Kamer heeft het verdrag bovendien behandeld en goedgekeurd. Van nietigheid is geen sprake. Nederland mag daarom de bijdrage Zvw heffen over de Duitse uitkering.
Verdrag: art. 17 Verdrag Nederland-Duitsland
Geef een reactie