Een uitkering van het Belgische overlevingspensioen aan een Nederlander kan onder de Nederlandse heffing vallen. Het mag dan niet bovenmatig zijn. Maar als het pensioen is opgebouwd vóór 31 december 1994, is het niet zo snel bovenmatig.
Een Nederlandse vrouw was gehuwd met een Belgische ambtenaar. Het echtpaar woonde in Nederland. Na het overlijden van haar echtgenoot ontving de vrouw van de Belgische Staat een zogeheten overlevingspensioen. Dit pensioen was te vergelijken met het Nederlandse nabestaandenpensioen. Volgens de vrouw is hier sprake van een bovenmatig en daarmee onzuiver pensioen, dat niet behoort tot het box 1-inkomen in Nederland.
Geen bovenmatig pensioen
Hof Den Haag houdt rekening met het feit dat het pensioen vóór 31 december 1994 is opgebouwd. Toen gold nog geen vaste wettelijke norm voor een reguliere pensioenaanspraak. Wel moest zo’n aanspraak in overeenstemming zijn met wat men maatschappelijk aanvaardbaar achtte. Dat hield in dat een werknemer op basis van veertig dienstjaren met een opbouw van 1,75% per dienstjaar uitkwam op een uitkering van 70% van het laatstverdiende loon. In deze zaak bedroeg het pensioen 71% van het laatstverdiende loon. De Belgische ambtenaar had echter 45 jaar gewerkt, waardoor het toegestane maximum steeg naar 78,75%. Het pensioen is dus niet bovenmatig en valt daarom onder de normale regels voor pensioenen. Het Hof bevestigt dat Nederland mag heffen over het Belgische overlevingspensioen.
Geef een reactie