![inwoner van Spanje, Portugal, Nederland](https://www.taxence.nl/content/uploads//sites/2/2025/02/spanje-portugal.jpg)
Wie vanwege detentie tijdelijk in Nederland verblijft, is niet per definitie gedurende die tijd inwoner van Nederland.
Een man emigreert in 2007 naar Spanje, waar hij een eigen woning heeft. Hij heeft een meerderjarige dochter in Amsterdam. In 2015 wordt hij in Nederland gedetineerd en schrijft zich tijdelijk in Nederland in om zijn straf uit te zitten. Tijdens zijn detentie van 16 juni 2015 tot en met 13 april 2016 verblijft hij op verschillende adressen en neemt deel aan een penitentiair programma. Na zijn detentie keert hij terug naar Spanje. Later emigreert hij naar Portugal en gaat daar ook in een eigen woning wonen. De man is economisch gerechtigd tot aandelen in diverse Nederlandse vennootschappen en betrokken bij Nederlandse stichtingen. In 2015 draagt een van zijn bv’s bezittingen aan hem over. De man lost in 2016 de schuldig gebleven koopsom af. In 2017 ontvangt hij een dividenduitkering van dezelfde bv, die in 2018 wordt geliquideerd.
Onvoldoende bewijs voor duurzame band met Nederland
De inspecteur stelt dat de man in de jaren 2015-2017 in Nederland woont. De Belastingdienst legt de man daarom navorderingsaanslagen op. De man gaat in beroep tegen deze navorderingsaanslagen. Daarbij betwist hij dat hij in 2015 en 2016 in Nederland woonde. De inspecteur maakt het tegendeel niet aannemelijk, zo oordeelt Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Daarbij hecht de rechtbank waarde aan het volgende:
- De man staat sinds 2007 ingeschreven in Spanje en beschikt daar over een woning, bankrekeningen en een auto.
- Vanaf juni 2016 heeft hij een woning in Portugal.
- De inschrijving in Nederland in 2015 was enkel voor de detentieperiode.
- Het is aannemelijk dat de man en zijn ex-echtgenote in 2015 geen woning hebben gekocht, maar een gemeubileerde woning huurden. Na de detentie hebben zij Nederland verlaten.
- Er zijn geen aanwijzingen dat de man vóór 2015 regelmatig in Nederland verbleef.
- De man heeft wel pinbetalingen in Nederland in 2015 en 2016 gedaan, maar deze zijn gerelateerd aan zijn detentie.
- De man heeft een tandarts en apotheek in Nederland gehad, maar dat was slechts tijdelijk.
Vernietiging navorderingsaanslagen
Omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de man in 2015 en 2016 een duurzame band met Nederland had, mag hij de man niet bestempelen als inwoner van Nederland. De rechtbank vernietigt daarom de navorderingsaanslagen over 2025 en 2016. Ook krijgt de man een immateriële schadevergoeding van € 3.500 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wet: art. 4 AWR
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 januari 2025 (gepubliceerd 10 februari 2025), ECLI:NL:RBZWB:2025:348, BRE 20/8083, 20/8084, 20/8085, 21/1884, 21/1886 en 22/1630
Geef een reactie