Staatssecretaris Vijlbrief heeft diverse vragen beantwoord naar aanleiding van het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Bulgarije.
Een verbetering van het nieuwe belastingverdrag is dat dit verdrag voorziet in een betere informatie-uitwisseling en invorderingsbijstand. De staatssecretaris is blij met het behaalde resultaat. Door de gemaakte afspraken is het mogelijk om voor alle toeslagen te verzoeken om uitwisseling van informatie en bijstand bij invordering.
Geen vergaande concessies
De staatssecretaris is het niet eens met de stelling dat Nederland vergaande concessies heeft gedaan dan gebruikelijk is bij de overeengekomen bronstaatheffingen op intrest en royalty’s en de winst behaald bij vervreemding van aandelen in onroerendezaaklichamen. Volgens de staatssecretaris passen de overeengekomen verdragsbepalingen binnen het Nederlandse verdragsbeleid. De door Nederland nagestreefde woonstaatheffing is niet altijd haalbaar met landen met een ander verdragsbeleid. Een compromis in de vorm van een beperkt heffingsrecht voor de bronstaat, eventueel aangevuld met uitzonderingen, is daarom gebruikelijk. De met Bulgarije overeengekomen tarieven passen binnen de marges die Nederland met andere verdragspartners heeft afgesproken.
Overeenkomsten en verschillen met het huidige belastingverdrag
Er zijn enkele belangrijke verschillen met het huidige belastingverdrag. Als een staat een winstcorrectie doorvoert vanwege onzakelijk handelen in gelieerde verhoudingen in Nederland en Bulgarije, volgt de andere staat die correctie in beginsel ook. Netto-rendementen uit dividenden van vrijgestelde pensioenfondsen worden niet verlaagd door een bronheffing op dividend vanuit het andere verdragsland. Een nadeel van het nieuwe verdrag is de invoering van een beperkte bronheffing op intrest en royalty’s, waar dat onder het oude verdrag niet het geval was.
Maatregelen om belastingontduiking en -ontwijking tegen te gaan
Bij de verdragsonderhandelingen was de inzet niet alleen gericht op de implementatie van de minimumstandaard tegen verdragsmisbruik uit het BEPS-project (waar Bulgarije bij ondertekening van het MLI voor heeft gekozen), maar ook voor de andere (antimisbruik)maatregelen die binnen het BEPS-project zijn ontwikkeld en waar Nederland binnen het MLI voor heeft geopteerd. Verder zijn in het nieuwe verdrag diverse bepalingen opgenomen die ook onderdeel zijn van MLI.
Drie belangrijke resultaten op het gebied van belastingontwijking en – ontduiking
Drie belangrijke resultaten ten aanzien van het voorkomen van belastingontwijking en -ontduiking zijn: (i) het tot uitdrukking brengen in de titel en de preambule dat het belastingverdrag niet bedoeld is om mogelijkheden te creëren voor belastingontduiking of belastingontwijking (conform de minimumstandaard tegen verdragsmisbruik), (ii) de principal purposes test (PPT) op grond waarvan – verkort weergegeven – verdragsvoordelen kunnen worden geweigerd bij transacties of constructies waarvan een van de hoofddoelen het verkrijgen van deze voordelen was, in strijd met de bedoeling van het verdrag en (iii) de maatregelen om te voorkomen dat op kunstmatige wijze het bestaan van een vaste inrichting kan worden ontlopen (artikel 5, zesde, zevende en achtste lid van het Verdrag).
Het aanmerkelijkbelangvoorbehoud
De reden voor het opnemen van een aanmerkelijkbelangvoorbehoud is cumulatie van belastingen te voorkomen. Bij een geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouder is het mogelijk dat zijn nieuwe woonland eventuele vervreemdingswinsten of dividenden ook wil belasten. Om een samenloop van belastingen op verdragsniveau te voorkomen is in dit belastingverdrag daarom geregeld dat Bulgarije een aftrek verleent voor de Nederlandse belasting over de waardeaangroei van de aandelen in de binnenlandse (Nederlandse) periode (artikel 13, zesde lid, en 22, zesde lid, onderdeel a van het Verdrag).
Geef een reactie