Als een Nederlandse werknemer meer dan 183 dagen in België werkt, is in beginsel België (mede)heffingsbevoegd. Door de coronacrisis komen werknemers vaak niet meer aan dit aantal toe. Nederland en België zijn daarom overeengekomen om de thuiswerkdagen als buitenlandse dagen te laten tellen. Deze overeenkomst is inmiddels verlengd tot en met 31 december 2020.
Belastingheffing volgens nationale wet
Een Nederlander die in het buitenland werkt, wordt in eerste instantie belast over het daarmee behaalde loon. Nederland belast binnenlands belastingplichtigen immers over hun wereldinkomen, waarvan het loon deel uitmaakt. Als een buitenlands belastingplichtige in Nederland werkt, stelt de Nederlandse wet dat zijn loon is belast in Nederland. Veel landen kennen soortgelijke bepalingen. Daardoor zouden werknemers tegen dubbele belasting aanlopen als zij in het buitenland werken. In de praktijk valt dit erg mee, omdat veel landen met belastingverdragen dubbele belasting voorkomen.
Diplomaten
De wet kent een woonplaatsfictie voor personen die zijn uitgezonden als lid van een diplomatieke, permanente of consulaire vertegenwoordiging van Nederland in het buitenland. Dient de uitzending om in het kader van een verdrag waarbij de Nederlandse Staat partij is, werkzaamheden te verrichten in een andere mogendheid? Ook dan is de woonplaatsfictie van toepassing. En als de fictie van toepassing is, wordt de partner van de uitgezonden belastingplichtige eveneens geacht gedurende de afwezigheid in Nederland te wonen. Hetzelfde geldt voor de kinderen van de uitgezonden belastingplichtige. Tenminste, als hij hen voor minstens 30% onderhoudt en zij jonger zijn dan 27 jaar. Door de woonplaatsfictie zal vaak sprake zijn van een dubbele woonplaats. In principe bepaalt dan het belastingverdrag welk land voor het verdrag als woonplaats kwalificeert.
Belastingverdrag
Als twee landen het loon van een werknemer willen belasten, moet men kijken of deze landen met elkaar een belastingverdrag hebben gesloten. Nederland heeft onder meer met België en Duitsland een belastingverdrag gesloten. In beide verdragen is de hoofdregel dat alleen de woonstaat belasting over loon mag heffen. Als de werknemer echter de dienstbetrekking uitvoert in de andere staat, mag die werkstaat ook heffen. In dat geval verleent de woonstaat in principe een vrijstelling.
183-dagenregeling
Veel belastingverdragen, waaronder die met België en Duitsland, bevatten een 183-dagenregeling. Op grond van de 183-dagenregeling is uitsluitend de woonstaat bevoegd om te heffen over het loon als:
- de werknemer gedurende een bepaalde periode (vaak een kalenderjaar of een tijdvak van twaalf maanden) maximaal 183 dagen in de werkstaat verblijft;
- de uitbetaling van het loon plaatsvindt door of namens een werkgever die niet is gevestigd in de werkstaat; en
- deze werkgever het loon niet ten laste brengt van een vaste inrichting of vaste basis in de werkstaat.
Thuiswerken tijdens de coronacrisis
Vanwege de coronacrisis moeten veel werknemers thuiswerken. Voor sommige grenswerkers betekent dit dat zij de 183-dagengrens niet meer halen zodat alleen de woonstaat mag heffen. Deze verschuiving van heffingsbevoegdheid vinden Nederland en België ongewenst. Daarom hebben beide landen afgesproken dat zij thuiswerkdagen ook beschouwen als dagen die de werknemer in het buitenland heeft gewerkt. Deze fictie geldt uitsluitend voor thuiswerkdagen als gevolg van coronamaatregelen. Verder moet het buitenland zijn heffingsbevoegdheid daadwerkelijk uitoefenen en de grensarbeider moet dit accepteren. Deze maatregel gold aanvankelijk tot 31 mei 2020, maar is inmiddels verlengd tot en met 31 december 2020.
Thuisblijven zonder werken
Als de grensarbeider thuisblijft, daar niet werkt, maar toch zijn loon krijgt doorbetaald, is de werkelijke verhouding in de werkstaat gewerkte dagen : totaal gewerkte dagen van toepassing. Nederlandse grenswerkers die thuisblijven, hebben onder voorwaarden recht op Belgische tijdelijke werkloosheidsuitkeringen. Als de dienstbetrekking in stand blijft, zijn deze uitkeringen in beginsel te belasten door het land dat over het loon heft. Het gebruikelijke werkpatroon vóór de coronacrisis is hiervoor dus relevant.
Compensatieregeling voor grensarbeiders
Het belastingverdrag tussen Nederland en België bevat een compensatieregeling voor grensarbeiders. Op grond van deze regeling verleent Nederland een vermindering van belasting- en premieheffing aan Nederlandse werknemers die uit België loon ontvangen. Daardoor bedraagt het totaal aan Nederlandse en Belgische heffing niet meer dan in het geval waarin alleen Nederland zou heffen. Deze regeling is opgesteld voor situaties waarin de bevoegdheden voor de heffing van belasting en premies volksverzekeringen afwijken.
Verdrag: art. 4, 15, 23, 27 en 28 Verdrag NL-België en art. 4, 14 en 22 Verdrag NL-Duitsland
Wet: art. 2.1, 2.2, tweede lid, 7.1, onderdeel a en 7.2, tweede lid, onderdeel b Wet IB 2001
Bronnen: Staatscourant 8 mei 2020, 2020-25956 en Staatscourant 27 augustus 2020, 2020-45202
Geef een reactie