Ter zitting bij de rechtbank hebben partijen een compromis bereikt. Het Hof is van oordeel dat het compromis een vaststellingsovereenkomst is in de zin van artikel 900 boek 7 BW. Partijen zijn gehouden aan (de gevolgen van) deze overeenkomst tenzij sprake is van een wilsgebrek. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk gemaakt waaruit het wilsgebrek volgt.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2014:3058
Geef een reactie