De term vermakelijkheid in de zin van de verordening dient ruim te worden uitgelegd en omvat ook de zogenoemde lijndiensten die belanghebbende aanbiedt. Belanghebbende heeft geen (begin van) bewijs geleverd van feiten en omstandigheden waaraan ten minste het vermoeden is te ontlenen dat de heffingsambtenaar in strijd met het gelijkheidsbeginsel (de meerderheidsregel) heeft gehandeld. Het bewijs…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2014:3213
Geef een reactie