BPM. naheffingsaanslag ivm hogere CO2-uitstoot. Het wijzigen van de historische nieuwprijs en de daaraan gerelateerde handelsinkoopwaarde van het door belanghebbende gekozen referentievoertuig door het opvoeren van fictieve fabrieksopties kan niet als juist worden aanvaard. Belanghebbende heeft voorts niet voldaan aan bewijslast dat bij de berekeningen ter bepaling van de handelsinkoopwaarde in…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2020:2364&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie