Uit de brief van 21 oktober 2015 blijken geen gronden voor wraking, noch blijkt uit deze brief op welke raadsheren het wrakingsverzoek betrekking heeft. Ook uit de overige tot het hof gerichte, althans als zodanig op te vatten correspondentie kan niet van gronden voor wraking blijken, noch volgt daaruit tegen welk lid of welke leden van het gerechtshof het wrakingsverzoek zich richt. Het wrakin…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:3812
Geef een reactie