De wrakingskamer overweegt dat de afwijzing van een verzoek om een extra termijn voor de aanvulling van gronden moet worden aangemerkt als processuele beslissing. Er is geen schijn van vooringenomenheid jegens verzoeker gewekt.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2018:1179&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie