De auto is in 2016 voor het eerste toegelaten in Duitsland en is in 2017 in Nederland op kenteken gezet en op naam gesteld. Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de verschuldigde Bpm dient te worden bepaald onder toepassing van het in 2015 geldende tarief. Het Hof oordeelt, gelijk aan de rechtbank, dat op grond van artikel 10b van de Wet op de belastingen van personenauto’s en motorrij…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2018:1300&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie