In de uitspraak van de Rechtbank ontbreken de feiten waaruit blijkt dat (de gemachtigde van) belanghebbende tijdig en op regelmatige wijze is uitgenodigd voor de zitting. Het Hof ziet echter in dit geval geen reden de uitspraak van de Rechtbank te vernietigen en de zaak terug te wijzen naar de Rechtbank omdat over de feiten geen geschil bestaat tussen partijen. Het Hof doet de zaak zelf af.
De…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2019:90&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie