Verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn; de uitbraak van het coronavirus in 2020 mag niet in algemene zin worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die een verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigt. De Rechtbank heeft ten onrechte geen vergoeding van immateriële schade toegekend. Het hoger beroep is gegrond.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2023:1771&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie