De waarden van de winkelpanden zijn niet te hoog vastgesteld.
Geen vergoeding van immateriële schade. De hoeveelheid zaken en de (geringe) beschikbaarheid van de gemachtigde vormen een bijzondere omstandigheid voor verlenging van de redelijke termijn. Daarnaast volgt uit de machtiging dat het belang van belanghebbende niet rechtstreeks is betrokken bij het verzoek om vergoeding van immateriële…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2023:2225&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie