Wet WOZ. Bij uitspraak op bezwaar zijn de WOZ-beschikking en de aanslag OZB vernietigd. Daarmee is een einde gekomen aan de spanning en frustratie in de hoofdzaak. Geen sprake van een overschrijding van de redelijke termijn voor de gezamenlijke fase van bezwaar en beroep. Het verzoek om vergoeding van immateriële schade heeft de rechtbank terecht afgewezen.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2024:2104&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie