Art. 3.90 Wet IB 2001.
Belanghebbende en zijn vader verkopen grond in het kader van de Ruimte-voor-ruimteregeling en belanghebbende koopt vervolgens grond in 2006 terug. In 2009 verkoopt belanghebbende de grond. Hof acht aannemelijk dat grond is gekocht met oogmerk er een eigen woning op te zetten. Voorts is niet aannemelijk dat grond is gekocht tegen een te lage prijs. Het behaalde voordeel is…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2013:4822
Geef een reactie