Het hof oordeelt dat belanghebbende met de beschrijving van haar werkzaamheden als praktijkmanager, doktersassistente (in opleiding) en praktijkondersteuner (in opleiding) niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze werkzaamheden niet hoofdzakelijk ondersteunend zijn. Het samenwerkingsverband tussen belanghebbende en haar echtgenoot, zijnde huisarts, is naar het oordeel van het hof ongebruikelijk.
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2014:1953
Geef een reactie