Belanghebbende was aandeelhouder van een BV. Door de bank is aan de BV en de met haar gelieerde vennootschappen een aanvullend krediet verstrekt, waarvoor door belanghebbende een borgtocht is afgegeven.
Het Hof is van oordeel dat sprake is van een onzakelijke borgstelling en acht daarbij in het bijzonder van belang dat belanghebbende een borgstelling is aangegaan die gold voor alle huidige en t…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2018:1396&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie