Art. 6.3, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wet IB 2001. Aftrekbare onderhoudsverplichtingen. Naar het oordeel van het Hof heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een in rechte vorderbare periodieke uitkering die berust op een dringende morele verplichting tot voorziening in het levensonderhoud van zijn ex-partner. Tot de stukken van het geding behoort geen schriftel…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2018:3942&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie