Naheffingsaanslag Bpm 2015.
Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, hetgeen zich toespitst op de vraag of belanghebbende in 2015 in Nederland woonde in de zin van artikel 4, lid 1, AWR. Het hof oordeelt dat dit het geval was. Belanghebbende had in 2015 een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland en was hier Bpm verschuldigd. Het hoger beroep is onge…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2022:3376&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie