Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Het hof oordeelt dat sprake is van een niet-verschoonbare termijnoverschrijding. Het beroep van belanghebbende op strijdigheid met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur faalt. Het hoger beroep is ongegrond.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2022:4443&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie