Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat de gesteld gemachtigde niet binnen de door het hof gestelde termijn stukken heeft overgelegd waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenaar van de schriftelijke machtiging blijkt. Op de stukken die de gesteld gemachtigde tijdens de zitting naar het hof (per e-mail) en na afloop van de zitting (per post) heeft toegezonde…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2023:49&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie